Sinds 2018 begeleid ik Douwe bij het inzetten van Ondersteunde Communicatie. In deze blog laat ik zien wat dat zoal inhoudt.

Ik begeleid Douwe in het praktisch gebruik maken van zijn spraakcomputer in alledaagse situaties. Door de spraakcomputer op verschillende manieren in te zetten leer ik Douwe wat hij er allemaal mee kan doen. Net zoals een volwassene een kind voordoet hoe gewone gesproken taal werkt, modelleer ik het praten met de spraakcomputer voor hem.  Douwe leert door na te doen wat ik doe.  Hij heeft veel voorbeeld nodig voordat hij zelf de spraakcomputer zal gaan inzetten. Douwe weet goed wat de concrete symbolen betekenen en kan ze ook vinden. Om spontaan zelf iets te gaan zeggen heeft hij extra hulp nodig, bijvoorbeeld door de vraag te stellen: “Douwe wil?” terwijl je hem met een vragende blik de pagina voor houdt waar hij uit kan kiezen.  

Douwe komt regelmatig een middag bij mij thuis, nadat ik hem heb opgehaald van school. Ik zeg nooit tegen Douwe dat we gaan oefenen. Dat doe je ook niet als je tegen kleine kinderen praat die de taal nog moeten leren. Door in het moment over de situatie tegen je kind te praten, zal het betekenis gaan geven aan de woorden en later de woorden ook zelf gaan gebruiken. Dit is hier niet anders.  

Wanneer wij samen activiteiten ondernemen zet ik daarbij zijn spraakcomputer, een speechpack met Proloquo2go altijd in. Omdat ik hem niet elke dag zie, is dit makkelijker voor mij dan voor zijn ouders, dat besef ik heel goed. Daarom is het fijn dat Douwe deze tijd met mij samen door kan brengen.  Zo leert hij het in de praktijk.

Tijdens onze middag samen ondernemen wij verschillende activiteiten.  

Ik probeer Douwe in elke situatie uit te lokken om met behulp van zijn spraakcomputer aan te geven wat hij wil, bijvoorbeeld voor de lunch. Ik zorg dat hij de eetpagina voor zich heeft en vraag hem wat hij wil. Als Douwe een gebakken ei kiest gaan we het samen bakken.

Ik zorg ervoor dat hij de spraakcomputer niet alleen inzet om te kiezen, want communicatie is zoveel meer dan dat. Tijdens het bakken staat de spraakcomputer op het aanrecht en modelleer ik hoe je een ei bakt. In zijn verhalen-app heb ik een script gemaakt met foto’s. Door samen naar de foto’s te kijken kan Douwe onder begeleiding zijn eigen ei bakken

Douwe bakt ei
Douwe mag kiezen wat we na de lunch gaan doen: een spelletje, samen interactief een boek lezen, dansen op muziek, wandelen.

Douwe geniet van buiten rennen met de hond en ballen gooien. Wanneer we thuis komen, praten we over wat we met de hond hebben gedaan.

Douwe vindt samen een boek interactief voorlezen erg leuk en geeft aan welke boek hij wil lezen. Het boek “Coco kan het”, is op dit moment zijn favoriet. Ik ondertitel de woorden op de spraakcomputer en Douwe doet mij na. Hij knijpt in de vogel die kan tjilpen en drukt op de knop waarbij “joehoe” of “boem!!!!!” wordt uitgesproken, net zoals in het boek. Zo doet hij actief mee, wat er voor zorgt dat hij heel aandachtig luistert.
Aan het eind van de middag gaan we aan de slag met het avondeten. Omdat Douwe niet elke week komt, maken we er een klein feestje van en dat betekent bijna altijd: Pannenkoeken!

Douwe vindt het heel leuk om samen pannenkoeken te bakken, en nog veel leuker om ze daarna te eten!!

Eerst samen een beslag maken. Hier zet ik de spraakcomputer weer bij in. Ik geef Douwe instructies en benoem de dingen die hij moet doen. We leren zo veel nieuwe woorden meteen in de praktijk: mixer, spatel, koekenpan, kom, bakken, omdraaien.

Douwe kiest zelf wat voor pannenkoek hij gaat bakken. Met spek? met appel? met kaas? of gewoon een pannenkoek naturel? En dan ligt hij op je bord, wat wil je erop? Suiker of stroop?

Douwe geeft goed aan wat hij ervan vindt: “lekker!”

Zo hebben wij een gezellige actieve middag en leert hij meteen heel veel. Hoe leuk is dat!

error: De teksten en afbeeldingen zijn beveiligd tegen kopiëren.